'Mam', zegt de man in huis, 'wat ga je bakken?'
Braaf antwoord ik dat het een taart gaat worden.
Met grote ogen kijkt hij naar de berg geraspte courgette en ik hoor de ontzetting in zijn stem wanneer hij vraagt: 'Met courgette?'
Wanneer ik hierop bevestigend mompel komt er een welgemeende 'je maakt een grap!' uit zijn mond.
Nee, dit is geen grap en ik waarschuw hem om niets tegen zijn zus te zeggen over courgette in de taart want niet lekker.
Wanneer de taart een half uurtje in de oven staat, komt de jong(st)e dame ook beneden. Wellicht verleid door de heerlijke geuren die stiekem toch hun weg naar haar slaapkamer hebben gevonden.
'Hmmmmmmmmm', zegt ze, 'ruik ik appel?'
Nee, geen appel dus en – met uitzondering van de courgette – noem ik de ingrediënten.
Gelukzalig staat ze te snuffelen voor het raam van de oven tot de man langskomt en met een semi-onschuldige grijns vraagt: 'Mam, hoe gaat het met je courgettetaart?'
Als blikken konden doden, zowel die van haar als die van mij …